icon

Pubers verpieteren in Vinex

[row]

[col span=”1/1″]

[title text=”Nieuwbouw groeit niet mee met bevolking ” style=”center”]

[/col]

[/row]

[row]

[col span=”2/3″]

YPENBURG • Bij de oprichting van de Vinexwoonwijken in 1995 werden ze een Walhalla voor gezinnen met jonge kinderen genoemd. Maar die kinderen zijn pubers geworden. Voor hen zijn er nauwelijks voorzieningen. En dat leidt volgens socioloog Frits Spangenberg „zo goed als zeker tot problemen.”

[/col]

[col span=”1/3″]

door Anna Mees
en Vera van Winkelen[divider width=”small”]

[button text=”Download artikel” link=”https://www.fritsspangenberg.com/wp-content/uploads/2016/06/20160625-BINNENLAND-NL-TP014-TLG-ONAFO2H_ARTI_159592648.pdf” style=”primary alt-button”]

[/col]

[/row]

[ux_image title=”Floris zit met Tess en Sanne op een bankje waar ze vroeger speelden. Er is niks meer te doen, klagen ze. „In het buurthuis komen alleen kinderen.” FOTO SERGE LIGTENBERG” id=”2830″ image_size=”large” drop_shadow=”1″]

Floris zit met Tess en Sanne op een bankje waar ze vroeger speelden. Er is niks meer te doen, klagen ze. „In het buurthuis komen alleen kinderen.” FOTO SERGE LIGTENBERG[divider width=”small”]

Kijk naar het strandje in Nesselande, een Vinex-wijk bij Rotterdam. Daar zet de politie deze zomer extra mankracht in om overlast te voorkomen. Dronken jongeren intimideerden andere strandbezoekers en zorgden voor geluidsoverlast. Vorig jaar liep het zó uit de hand dat winkeliers hun deuren sloten.

Vandalisme

Spangenberg: “Als jongeren, en vooral jongens, zich sterk vervelen en geen ruimte hebben om zich uit te leven of te sporten, dan is er bijna een aanleiding om vandaliserend en criminaliserend door de wijk trekken. Als je niets doet, kan vandalisme zich versterken. Zeker in Vinexwijken waar overdag weinig sociale controle is omdat ouders aan het werk zijn en er weinig bejaarden zijn.”

Vinex-wijken werden eind jaren negentig ingericht op jonge gezinnen met kleine kinderen. Met de jaren veranderde de samenstelling van de wijken. “Als je halverwege de jaren negentig aan een nest wilde beginnen, settelde je in een Vinexwijk”, zegt Arjen Harbers, stedenbouwkundige bij het Planbureau voor de Leefomgeving.

“De jonge kinderen zijn meegegroeid met de wijk. Het zijn pubers geworden.”

Maar de speeltuinen bleven hetzelfde. En dat terwijl pubers alom vertegenwoordigd zijn in Vinexwijken: 10 procent is er tussen de 15 en 25 jaar oud, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens Spangenberg hoeft een oplossing voor overlast veroorzakende jongeren niet ingewikkeld en duur te zijn. “In overleg met bewoners moeten er voorzieningen komen. Jongeren hebben de ruimte nodig om zich te vermaken. Dat zijn vaak hele nformele trapveldjes en theehuizen.”

[title text=”Jeugd nu te groot voor speeltuin ” style=”center”]

Maar ook het inrichten van speciale hangplekken voor jongeren zijn geen onverdeeld succes. Floris Aldewereld: “Bij ons in het buurthuis in Ypenburg komen alleen kinderen van elf”. In Amsterdam IJburg werd een voetbalveld gesloten. Omwonenden hadden last van het lawaai en het gedrag van jongeren die er tot in de late uurtjes te vinden waren. Het veld werd juist geopend om hangjongeren bezig te houden.

De speeltuin achter het winkelcentrum van de Haagse Vinexwijk Ypenburg ligt er verlaten bij. De bezoekers waar het klimrek ooit voor is gebouwd, hangen al lang niet meer in de touwen. Floris Aldewereld (15) zit op een bankje. De tiener woont nu zo’n vijftien jaar in de wijk. Zijn ouders keken uit naar een groter huis, omdat zijn zusje op komst was.

De speeltuin achter het winkelcentrum van de Haagse Vinexwijk Ypenburg ligt er verlaten bij. De bezoekers waar het klimrek ooit voor is gebouwd, hangen al lang niet meer in de touwen. Floris Aldewereld (15) zit op een bankje. De tiener woont nu zo’n vijftien jaar in de wijk. Zijn ouders keken uit naar een groter huis, omdat zijn zusje op komst was.

Steef Buijs, die begin jaren negentig adviseerde over de Vinexwijken, staat nog steeds achter zijn geesteskind. “Het feit dat jongeren er weinig te doen hebben, ligt aan het jeugdbeleid van de gemeenten.”