Verschenen in Lezingen openbaar icon

Wie Heeft het in Nederland eigenlijk voor het zeggen?

14 december 2021

De afgebrokkelde vertrouwensbasis met publiek, oppositie en ambtenaren geeft een slechte start voor het nieuwe kabinet. Het tot voor kort zo heugelijk aangekondigde nieuwe beleid lijkt ons alweer door de vingers geglipt. De vastgeroeste bestuursstructuur zorgt ervoor dat er telkens laat wordt gereageerd en vervolgens te weinig of niets wordt gedaan, anders dan grijpen naar meer registratie en meer bureaucratie. Een vertrouwenscrisis kan nooit worden bestreden met lange termijn beloftes of een visie op een mooie horizon. En al helemaal niet met zogenaamd dichtgetimmerde akkoorden. Als bewindspersoon zou je toch namens het kabinet kordaat moeten kunnen stellen: “Als uw zorgingrepen buiten uw schuld worden uitgesteld en u tweemaal een eigen bijdrage moet betalen, dan maken wij dat bij deze ongedaan”. Maar zo’n uitspraak heet tegenwoordig ‘onuitvoerbaar’. Bewindspersoon teruggefloten. Maar wie is hier nu de baas? Wie bepaalt dat zo’n ‘wiedergutmachungs schnitzel’ onuitvoerbaar is? Wil die persoon of dat instituut zich bekend maken? Angela Merkel maakte in haar afscheidsspeech wederom helder: ‘je kunt in de politiek van mening verschillen, maar je moet proberen de wereld door de ogen van de ander te bezien; democratie kan alleen blijven leven op een basis van solidariteit en vertrouwen’. En daar hebben wij in Nederland juist zo’n tekort aan. Kort door de bocht moet het volgende proces worden doorbroken: Een handjevol Tweede kamer leden springt boven op het incident van de dag; genereert media-aandacht en alle focus voor structurele vraagstukken vervaagt. De talkshows laten zich niet onbetuigd; resultaat: dit mag niet meer gebeuren. Bewindspersonen worden op hun vingers getikt, ambtenaren aan het werk gezet die onvermijdelijk zorgen voor nog meer juristerij. Meer regels boven op bestaande regels maakt iedereen gek met als bijvangst dat er in geen enkele gemeente door de ambtenarij nog prettig doorgewerkt kan worden. In alle beleidsdomeinen speelt dit. Over de opeenvolgende zorginfarcten, toeslagendrama’s, opvang statushouders, woningbouwstagnatie of chaos op Schiphol kijken wij als een kip naar het onweer. Wie heeft het voor het zeggen in Nederland? Dat ik op deze vraag uit het publiek als antwoord: ‘Influencers’ krijg is al lang geen grapje meer. Wij moeten met zijn allen ons land gaan besturen. Ja, met zijn allen, ook met het bijna lamgeslagen publieke middenveld. Wij zijn allen verantwoordelijk en dat werkt niet volgens dichtgetimmerde akkoorden, maar wel met vragen. Door de ander vragen te stellen kom je sneller tot elkaar en komen ook de hakken uit het zand. Eerst vraag je naar de waarheid en om het probleem vanuit verschillende perspectieven te belichten. Erg idealistisch, maar voeding voor vertrouwen en solidariteit. Dat is wat anders dan een oppositie die per definitie bloed wil zien om daar stemmen mee te winnen. Als vervolgens alle betrokkenen de gelegenheid krijgen te verwoorden waar het algemene belang ligt kost dat net als nu ook tijd.  Wel zal dan veel van de incapabele onuitvoerbaarheid van politieke besluiten worden gereduceerd. Ambtenaren en publiek worden weer serieus genomen, voelen zich weer betrokken en moeten zelf ook weer aan de bak. Er is immers geen ideale oplossing, laten wij daar eens aan wennen.

Bewerking van de lezing op 3 december 2021 uitgesproken bij een lunchbijeenkomst in de KONINKLIJKE INDUSTRIEELE GROTE CLUB, Dam 27 te Amsterdam op uitnodiging van Rotary Club Amsterdam West.